integriteit en ontslag wegens verwijtbaar handelen

Vier gevangenisbewaarders die tijdens hun nachtdienst pizza laten bezorgen, een OM-teamleidster die betrokken is bij een drugsmisdrijf en een penitentiair medewerker die in privétijd drugs gebruikt. Allemaal integriteitsschendingen van ambtenaren waardoor hun (overheid)werkgever de kantonrechter verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens verwijtbaar handelen. Leidt dit ook daadwerkelijk tot een ontslag? Is er een verschil met een oordeel van de Centrale Raad van Beroep over een vergelijkbare zaak? U leest erover in deze publicatie.

Binnen het reguliere arbeidsrecht dat voor de meeste ambtenaren geldt, heeft de ambtenaar zijn bijzondere status behouden. Dit volgt uit de Ambtenarenwet 2017, waarin expliciet aandacht wordt geschonken aan de integriteit van de ambtenaar. Vastgelegd is dat het integriteitsbeleid onderdeel uitmaakt van het personeelsbeleid en dat er een gedragscode voor goed ambtelijk handelen moet zijn. Voor ambtenaren geldt daarom een hoge maatstaf van integriteit, zelfs een hogere maatstaf dan voor ‘gewone’ werknemers. De vraag die in deze publicatie centraal staat is of de kantonrechter (de eerste rechtsprekende instantie die vanaf 1 januari 2020 een aantal recente uitspraken heeft gedaan) een integriteitsschending anders beoordeelt dan de Centrale Raad van Beroep (de hoogste rechtsprekende instantie vóór 1 januari 2020).

Gebruik van drugs in de privésfeer

Een penitentiair medewerker die in de privésfeer drugs gebruikt, zijn drugs verkrijgt via een verdachte in een strafzaak, in privétijd contact onderhoudt met deze persoon en die drugs voor zijn buurman koopt, mag volgens de kantonrechter ontslagen worden wegens ernstige verwijtbaarheid (ECLI:NL:RBMNE:2020:3306). De man heeft door zijn gedragingen zijn geloofwaardigheid tegenover de gedetineerden en zijn collega’s verloren aldus de kantonrechter. De kantonrechter gaat echter niet mee in de stelling van de werkgever dat privégebruik van drugs volgens jurisprudentie van de Centrale Raad in alle gevallen niet is toegestaan en kan leiden tot ontslag. Maar gelet op alle gedragingen en het feit dat de medewerker zijn fouten niet inzag en daardoor niet langer te vertrouwen is, ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst en krijgt de medewerker geen transitievergoeding.

De Raad komt in vergelijkbare zaken tot het oordeel dat bezit van drugs, gebruik van drugs en het onderhouden van contacten met drugsdealers als ernstig plichtsverzuim kan worden aangemerkt. Zelfs het enkele bezit van drugs kan al leiden tot ontslagwaardig plichtsverzuim. Daarnaast verhouden dergelijke contacten met drugsdealers zich niet met de strenge eisen van integriteit, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:CRVB:2005:AT9767). Daarbij wordt veel waarde gehecht aan de integriteit van de dienst, bijvoorbeeld van het politiekorps of van de penitentiaire inrichting, dat in diskrediet wordt gebracht en het risico van schade voor de dienst (ECLI:NL:CRVB:2003:AK4552).

Zowel de kantonrechter als de Raad leggen zaken die betrekking hebben op ambtenaren langs een hoge integriteitslat. Het gebruiken van drugs leidt volgens de kantonrechter niet per definitie tot een ontslag, terwijl de Raad uitspraken heeft gedaan waarbij enkel het gebruik van drugs al leidde tot ontslagwaardig plichtsverzuim. Van een ambtenaar mag volgens beide instanties worden verwacht dat hij in privétijd geen contact onderhoudt met drugsdealers. Door deze gedragingen verliest een ambtenaar zijn geloofwaardigheid en verliest de overheidswerkgever terecht alle vertrouwen in de ambtenaar.

Cultuur op de werkvloer

Vier medewerkers van een penitentiaire inrichting schenden tijdens een nachtdienst meerdere werkprotocollen. Zij dragen hun uniforms niet op de correcte wijze, leven de voorschriften over het lopen van nachtrondes niet na en openen de deuren om een pizzabezorger binnen te laten. Daarbij controleren zij niet of er mogelijk smokkelwaar naar binnen wordt gebracht. Voor de werkgever vormt dit een ernstige inbreuk op de veiligheid binnen de inrichting, terwijl van de gevangenisbewaarders mag worden verwacht dat zij op ieder moment correct, adequaat, integer en risicobeperkend handelen (ECLI:NL:RBROT:2020:7330). De kantonrechter oordeelt echter dat zij niet zo ernstig verwijtbaar hebben gehandeld dat de arbeidsovereenkomsten op die grond kunnen worden ontbonden. Zij hebben steken laten vallen door in strijd met de protocollen te handelen en geen melding te maken van de bijzonderheden tijdens de nachtdienst. Van PI-medewerkers mag worden verwacht dat zij integer handelen en te vertrouwen zijn. Ter zitting voeren zij aan dat binnen de inrichting sprake is van een angstcultuur en dat melden wordt gezien als ‘klikken’. De kantonrechter keurt het ontslag niet goed omdat de hen verweten gedragingen ook met een lichtere sanctie hadden kunnen worden afgedaan. Daarbij speelt een belangrijke rol dat het sanctiebeleid niet nadrukkelijk onder de aandacht van de medewerkers is gebracht en niet strikt werd gehandhaafd.

In 2017 oordeelt de Centrale Raad van Beroep over het ontslag van een complexbeveiliger binnen een penitentiaire inrichting (ECLI:NL:CRVB:2017:298). De medewerker bracht bij een nachtdienst alcohol de inrichting binnen, nuttigde deze en gaf hierover geen juiste verklaring. Volgens de medewerker is sprake van een cultuur waarbij regelmatig alcohol de inrichting werd binnengebracht en werd genuttigd. Volgens de Centrale Raad is echter, als al sprake zou zijn van een dergelijke cultuur, de medewerker zelf verantwoordelijk voor het naleven van de gedragscode. Gelet op de gestelde eisen van betrouwbaarheid en integriteit acht de Raad de disciplinaire maatregel van strafontslag terecht.

Ook in deze kwesties is een verschil op te merken tussen de overwegingen van de kantonrechter en de Centrale Raad van Beroep. Voor de Centrale Raad van Beroep leiden ernstige niet-integere gedragingen, ondanks een bepaalde cultuur op de werkvloer, tot een strafontslag. De kantonrechter moet beoordelen of de gedragingen dusdanig ernstig zijn dat de arbeidsovereenkomst niet langer kan voortduren. Bij de vier gevangenisbewaarders was dit niet het geval. Hun gedragingen zijn verwijtbaar, maar hadden met een lichtere sanctie afgedaan moeten worden.

Plegen van strafbare feiten

In verschillende zaken waarin een ambtenaar een strafbaar feit pleegde, oordeelt de Centrale Raad van Beroep dat de disciplinaire maatregel van strafontslag terecht was. Zo kweekte een medewerker werkzaam bij het Ministerie van Justitie hennepplanten (ECLI:NL:CRVB:2008:BG3576), veroorzaakte een militair van de Koninklijke Marechaussee een ongeluk door te rijden onder invloed (ECLI:NLCRVB:2013:958) en maakte een medewerker van de politie zich schuldig aan diefstal (ECLI:NL:CRVB:2010:BN6959). De Raad oordeelt dat alle medewerkers het vereiste vertrouwen en de integriteit hebben geschonden.

Ook de kantonrechter boog zich over zaken waarbij een ambtenaar werd ontslagen wegens het plegen van een strafbaar feit. Een teamleidster bij het Openbaar Ministerie (OM) werd in Duitsland aangehouden en in voorlopige hechtenis genomen op verdenking van het plegen van een strafbaar feit. De vrouw bevond zich namelijk, zonder dat zij zich daar bewust van was, in een speciaal voor drugs geprepareerde auto, waarin harddrugs werden aangetroffen. Het OM verzocht de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens verwijtbaar handelen (ECLI:NL:RBROT2020:7219). De kantonrechter oordeelt dat het handelen van de werkneemster verwijtbaar was. Zij bekleedt een bijzondere positie binnen het OM en van haar mag een hoge mate van professionaliteit, betrouwbaarheid, zorgvuldigheid en integriteit worden verwacht. Dat geldt niet alleen tijdens het werk, maar juist ook in privétijd. De vrouw raakte betrokken bij een misdrijf en bracht daardoor het OM in verlegenheid en tastte de reputatie van het OM aan. Juist van een leidinggevende met 30 jaar ervaring mag verwacht worden dat zij aan de hoogste eisen van integriteit voldoet. De kantonrechter acht het gedrag van de vrouw niet ernstig verwijtbaar, waardoor zij wel een transitievergoeding krijgt toegekend. Daarbij werd overwogen dat zij 30 jaar lang goed heeft gefunctioneerd en niet eerder in een vergelijkbare situatie is beland.

Ook het ontslag op staande voet van een medewerker van Rijkswaterstaat die bekende betrokken te zijn geweest bij hennepkwekerijen, kon volgens de kantonrechter standhouden (ECLI:NL:RBLIM:2020:5624). De gedragingen van de man zullen volgens de kantonrechter ook voor een burgerlijke werkgever een dringende reden opleveren voor ontslag op staande voet, omdat de man daarmee het vertrouwen van zijn werkgever onwaardig was geworden. Dit geldt volgens de kantonrechter zelfs in nog grotere mate als de werkgever een overheidsorgaan, en de werknemer een ambtenaar is.

Het plegen van strafbare feiten of het betrokken zijn bij een misdrijf leiden zowel bij de kantonrechter als bij de Centrale Raad van Beroep tot een integriteitsschending door de ambtenaar, onder meer vanwege de weerslag op de reputatie van de overheidsdienst.

Conclusie en tips

Integriteitsschendingen door ambtenaren blijven ook na de Wnra zwaar bestraft. Er zijn wel enkele verschillen tussen de beoordeling van de kantonrechter en de beoordeling van de Centrale Raad van Beroep op te merken. Zo lijkt de kantonrechter op sommige aspecten milder te zijn dan de Raad, waardoor een ontslag onder het huidige regime minder snel stand lijkt te houden.

Wij geven u de volgende tips:

  • Hanteer een strikt integriteitsbeleid en duidelijke gedragscode. Breng dit ook nadrukkelijk onder de aandacht bij de werknemers.
  • Bouw een duidelijk dossier op en verricht zorgvuldig onderzoek na ontdekking of vermoeden van een integriteitsschending.
  • Stel een goed onderbouwd ontbindingsverzoek op, waarin een duidelijke weergave van de feiten staat en de ernst van de gedragingen duidelijk wordt uitgewerkt.

Bron: Vijverberg Advocaten & Adviseurs

Geef een antwoord